Het perfecte koekje. Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Maar voor mij komt deze wel heel erg in de buurt: een knapperig randje, chewy binnenkant en genoeg zeezout om de suiker en chocolade met elkaar in evenwicht te brengen.
1. Verwarm de oven voor tot 180 °C hetelucht / 200 °C elektrisch. Bekleed twee grote bakplaten met bakpapier.
2. Klop de boter met een mixer in een grote kom tot hij echt zacht is. Voeg beide suikers toe en klop nog 2 minuten, voeg dan het ei en de vanille toe en klop alles tot een samenhangend geheel. (Je kunt het bovenstaande ook allemaal met een houten lepel doen – als je je armspieren wilt trainen.)
3. Meng in een aparte grote kom de bloem, het bakpoeder, de baking soda en het fijne zout. Gebruik een vork of garde om alle ingrediënten grondig te mengen om ervoor te zorgen dat de baking soda gelijkmatig wordt verdeeld.
4. Doe de droge ingrediënten samen met de chocolade bij het botermengsel en roer met een houten lepel tot alles gemengd is. Schraap met je handen alle stukjes van de bodem van de kom en vorm alles samen tot een deegbal.
5. Verdeel de deegbal in 10 gelijke stukken en draai er balletjes van. Verdeel ze over de met bakpapier beklede bakplaten; zorg dat ze voldoende ruimte hebben om wat ‘uit te lopen’. Bak ze 14 minuten in de voorverwarmde oven. De koekjes zullen er nu misschien nog wat te kort gebakken uitzien, maar de randjes worden vanzelf krokant als ze afkoelen. Haal uit de oven, bestrooi de koekjes met de zeezoutvlokken en laat ze afkoelen.
6. Deze koekjes blijven tot 4 dagen goed in een luchtdichte trommel.
TIPS