Milou van der Will: ‘Dit is een van de populairste recepten ever op mijn blog thegreenchopstick.com. Het is al op zoveel mooie momenten gemaakt dat-ie de statistieken werkelijk uit knalt. Mensen lieten me weten dat ze het maakten voor de hele familie, als eerste-date-maal (meerdere keren zelfs!), als troosteten bij griep, of gewoon omdat het lekker is. Ik snap het wel hoor, daar niet van. Dit gerecht heeft namelijk de comfiness van een herfstige pompoensoep, gecombineerd met het troostrijke van een stomende kom ramen en is versierd met umamirijke én spicy toppings. Dus zeg me, wat in de wereld heb je nog meer te wensen? Je wil het, don’t fight it.’
Dunne ramennoedels
1. Doe de baksoda en het zout in het hete water en roer goed tot het is opgelost. Voeg het koude water toe. Laat afkoelen.
2. Doe de bloem in een kom en voeg al roerend met een spatel of met eetstokjes het water toe. Neem de tijd, zodat het vocht lang – zaam mengt met de bloem en je een vlokkerige substantie krijgt.
3. Kneed het droge deeg vluchtig tot een samenhangende bal. Als het nodig is om meer vocht in het deeg te brengen, omdat er bloem in de kom blijft zitten, kun je je handen een beetje nat maken en dan verder kneden. Dek af met vershoudfolie, laat even rusten, zo’n 15 tot 30 minuten.
4. Kneed in ongeveer 5 minuten tot een mooie deegbal. Laat 30 minuten rusten.
5. Verdeel het deeg in twee ballen. Dek er één af, rol de ander op een met bloem bestoven werkblad uit tot een plak die in de pasta – machine past (als je die hebt). Werk van de dikste tot de dunste stand. Draai dan op de spaghetti-stand de ramennoedels. Bestrooi de slierten en de plank waarop je ze legt met maïzena, zodat ze niet aan elkaar plakken. Herhaal dit met de tweede deegbal.
6. Heb je geen pastamachine, dan heb je spierballen nodig. Het is een stug deeg om uit te rollen, maar beetje bij beetje lukt het vast. Zodra je de juiste dikte hebt bereikt, bestrooi je de plak met maïzena (veeg evenredig uit) en vouw je de plak zoals je een brief in een envelop zou vouwen – in drieën. Snijd er noedels van. Voordeel: je kunt zelf de dikte bepalen.
7. Kook de noedels in 1 tot 2 minuten gaar. Houd ze in beweging in de pan, om plakken te voorkomen. Spoel af met koud water.
Spicy tofu
1. Maak de saus door de gochujangpasta, mirin, suiker en sojasaus met elkaar te mixen in een kom.
2. Verhit de olie in een pan. Voeg de rawit toe, fruit 1 minuut aan. Doe de tofu in de pan, schep door en voeg dan de knoflook toe, gevolgd door de saus. Laat nog een minuut of 2 à 3 pruttelen.
Pompoenramen
1. Verhit 1 eetlepel van de olie in een ruime pan en voeg de pompoen[1]blokjes toe met een snuf zout. Roer er de misopasta doorheen en schep even door. Schenk de groentebouillon in de pan en breng tegen de kook aan. Verlaag het vuur en laat met halfgesloten deksel pruttelen, tot de pompoen gaar is.
2. Mix de pompoenbouillon ofwel helemaal glad met de staafmixer, of je laat nog een paar pompoenblokjes heel, als je dat lekker vindt.
3. Maak de bimi en de cantharellen schoon. Halveer dikke stronken. Verhit de ½ eetlepel olie in een koekenpan op hoog vuur en roerbak de bimi en cantharellen met een snuf zout tot ze gaar zijn maar nog wel een bite hebben. Dit duurt zo’n drie tot vijf minuten. Voeg de sesamolie toe en schep door. Haal na een minuut van het vuur.
4. Verhit een laag olie in een wok. Frituur de noristukjes zo’n 5 tot 10 seconden, tot je ze ziet opkrullen. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi direct uit de pan met zout. Verdeel de noedels over twee kommen. Schenk er de pompoenbouillon overheen.
5. Verdeel de spicy tofu, de cantharellen, bimi en nori over de soep. Geef er sojasaus bij voor de liefhebber