1. Verwarm de oven voor op 180 °C.
2. Meng het amandelmeel met het kokosmeel en de suiker (zie tip). Meng de kokosmelk en de eieren met een handmixer. Snijd het vanillestokje in de lengte open, schraap de vanille eruit en voeg toe. Voeg ook de droge ingrediënten toe en mix tot een homogene massa. Spatel er driekwart van de bessen door.
3. Bekleed een springvorm met bakpapier en giet daarin het deeg. Leg er de rest van de bessen op. Zet 45 tot 50 minuten in de oven. Check regelmatig op het einde zodat de bovenkant niet verbrandt. Zet in dat geval de temperatuur wat lager, op 160 °C. Belangrijk is dat de taart ook in het midden gaar is. Serveer lauwwarm of koud. Het is hoe dan ook erg lekker.
Tip:
- Welke suiker? Voor het deeg heb ik twee grote eetlepels kokosbloesemsuiker gebruikt.
- Vanille: Het liefst gebruik ik vanillestokjes, maar soms vind ik ze niet en dan gebruik ik vanille-extract. Dat is verkregen uit minderwaardige vanillestokjes, vaak gemengd met alcohol, om het product vloeibaar en langer houdbaar te maken. Vanille-essence daarentegen is een bewerkt product en heeft weinig of niets te maken met de echte vanilleplant. Leuk om te weten is dat vanille afkomstig is van de vanilleorchidee. De stokjes worden geplukt als ze groen zijn (ze lijken dan op een sperzieboon) en vervolgens gedroogd en gefermenteerd, waardoor ze hun typische aroma en uiterlijk krijgen: zwarte, heerlijk geurende stokjes.
Voor 4 tot 6 porties:
- 250 g bessen (frambozen, blauwe bessen en bramen)
- 200 g kokosmelk (consistentie zoals pannenkoekendeeg)
- 3 eieren
- 20 g amandelmeel
- 2 afgestreken eetlepels
- kokosmeel (12 g)
- 1 vanillestokje (of vanille-extract)
- suiker (zie tip)
Nodig: bakpapier en springvorm (diameter 20-22 cm)
