1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Rol het bladerdeeg uit tot de dikte van een bierviltje. Steek er 12 cirkels met een doorsnede van 6 cm uit. Leg deze op een bakplaat bedekt met licht bevochtigd bakpapier. Steek nog 12 cirkels uit en haal er met een steker van 5 cm doorsnee het midden uit.
2. Bevochtig de grote cirkels en leg de ringen erop. Klop de eidooier met een klein beetje water los en bestrijk de ringen ermee. Laat 20 min. rusten en bestrijk nogmaals met wat eidooier.
3. Zet de bakplaat in de oven, verlaag de temperatuur na 15 minuten tot 150 °C en bak ze nog eens 10 min.
4. Pel de garnalen. Snipper het sjalotje en fruit het in wat olie. Voeg de garnalenschillen toe, fruit even mee en doe er dan de witte wijn, zout en peper en wat water bij. Laat 30 minuten zachtjes koken. Giet door een zeef en vang de garnalenbouillon op.
5. Zet de bouillon op laag vuur zonder deksel en laat inkoken tot de helft, voeg de room toe. Proef en voeg, naar smaak, zout en (cayenne)peper toe.
6. Smelt de boter en voeg de bloem toe. Roer goed door. Voeg al roerend beetje bij beetje de bouillon toe. Er moet een mooie glimmende ragout ontstaan. Meng het bieslook met de garnalen door de ragout.
7. Vul de bladerdeegbakjes met de ragout, strooi er wat bieslook over en serveer met een stukje citroen.
Voor 6 personen.
Bakjes
- 500 g roomboterbladerdeeg
- 1 eidooier
Ragout
- 300 g ongepelde Hollandse garnalen
- 60 g bloem
- 50 g roomboter
- 1 sjalotje
- 1 el olijfolie
- 1 glas witte wijn
- 1 snufje cayennepeper
- 125 ml slagroom
- 1 klein bosje bieslook, fijngehakt
- zout en peper
