Deze nestjes zul je op straat in Vietnam niet zo gauw tegenkomen. Ze worden namelijk alleen thuis gegeten bij speciale gelegenheden. Ik zie nog voor me hoe mijn tante, in de keuken gehurkt op de grond, deze nestjes zat te frituren. En o wee als je eraan kwam, alleen oma mocht ze proeven en de gasten kregen daarna altijd eerst. Mijn tante vindt mij gelukkig lief, dus als mijn oma niet keek, gaf ze me snel de helft van oma’s stukje en dan moest ik meteen maken dat ik wegkwam!
1. Marineer de garnalen in de knoflook, 1 theelepel zout en de zwarte peper en zet in de koelkast tot gebruik.
2. Meng in een kom de bloem, het rijstmeel, de kurkuma, de suiker, 1 theelepel zout en de eiwitten; voeg beetje bij beetje water toe tot het beslag glad is; het hoort wateriger te zijn dan normaal pannenkoekenbeslag. Roer de lenteui erdoor en zet het beslag opzij tot gebruik.
3. Maak intussen de vissausdressing en zet de tafelsalade klaar.
4. Vul een koekenpan van 20-24 cm voor twee derde met olie en verhit die tot 160 °C. Of steek een houten eetstokje in de olie; als rond het eetstokje belletjes bovenkomen heeft de olie de goede temperatuur om te frituren.
5. Meng de geraspte zoete aardappel door het beslag. Haal de garnalen uit de koelkast. Schep met een vork wat zoete aardappel op, laat er wat beslag af lopen en leg de aardappel op een eetlepel. Dompel een garnaal in het beslag en leg hem op je zoete aardappel (zo blijft hij plakken). Steek nu je eetlepel in de olie en schuif de aardappel met je vork in de pan. Herhaal dit tot de koekenpan vol is. Bak eerst 2-3 minuten aan één kant, met de garnaal naar boven, en daarna 1 minuut aan de andere kant. Nestjes die aan elkaar plakken knip ik van elkaar met een schaar.
Serveren
Zet de tafelsalade midden op de tafel zodat iedereen erbij kan. Geef iedereen een klein schaaltje met vissausdressing. Leg een nestje op een slablad, doe er wat verse kruiden en groenten bij, rol je slablad op en doop het in de vissausdressing.
