1. Verwarm de oven voor op 180 ºC.
2. Verhit de olie in een pan en fruit hierin de ui, wortel, bleekselderij, knoflook, laurier en tijm in 10 min. zacht. Voeg de linzen, blokjes tomaat en groentebouillon toe, breng aan de kook en laat 20 min. sudderen; verwijder de tijm en het laurierblaadje. Houd apart.
3. Maak de bechamelsaus; smelt de boter in een pan op laag vuur. Roer de bloem erdoor bak dit een paar minuten; voeg dan geleidelijk de melk toe; onder voortdurend roeren. Laat de saus 5 min. sudderen; blijf roeren. Voeg twee derde van de kaas toe en wacht tot die is gesmolten. Breng op smaak.
4. Schenk een dun laagje bechamelsaus op de bodem van een ovenschaal (20 x25 cm). Rangschik er een laagje lasagnevellen over; voeg een laag linzensaus toe, gevolgd door weer een laag bechamel.
5. Herhaal deze laagjes, eindig met de bechamelsaus en strooi de resterende kaas erover.
6. Bak de lasagne in de oven in 20–30 min. goudbruin.
6 personen
- 1 el olie
- 1 ui, gesnipperd
- 1 wortel, in kleine blokjes
- 2 stengels bleekselderij, in kleine blokjes
- 2 gehakte tenen knoflook
- 1 laurierblaadje
- 3 takjes tijm
- 300 g linzen
- 1 blikje tomaatblokjes à 400 g
- 500 ml groentebouillon
- 30 g boter
- 30 g bloem
- 430 ml melk
- 60 g kaas, geraspt
- 8 voorgekookte lasagnevellen
