1 Meng in een glas de saffraandraadjes met de witte wijn. Doe de olijfolie in een grote pan op middelhoog vuur en bak de ui, venkel en wortel in een paar minuten zacht. Voeg de knoflook toe en roer de tomatenpuree erdoorheen. Verwarm dit geheel 2 minuten en voeg dan de tomaat, peterselie en het laurierblad toe. Roer goed en laat 2 minuten zachtjes koken.
2 Schenk de witte wijn met saffraan erbij en voeg de sinaasappelschil toe. Laat tot twee derde inkoken op laag vuur. Schenk dan de visbouillon erbij en breng opnieuw aan de kook.
3 Voeg de aardappels toe aan de visbouillon. Kook op middelhoog vuur tot twee derde in en zet het vuur laag.
4 Verwijder de sinaasappelschillen. Pureer de soep met een staafmixer en zet terug op middelhoog vuur. Voeg alle vissoorten (de schelpdieren nog niet) toe, breng aan de kook en zet het vuur dan iets lager.
5 Voeg de kokkels en mosselen toe en doe het deksel op de pan. Kook het geheel tot de schelpen opengaan. Verwijder dichte schelpen. Serveer de soep met warm stokbrood.
Tip van Bart ‘Omdat de vis niet te lang in de soep heeft meegekookt, blijven de graten mooi zitten. Wij Nederlanders zijn een beetje bang voor graten, maar vis zo ‘van het bot eten’ is veel smaakvoller. Bovendien zorgt het voor een mooie binding van de soep.’
Dit is een recept van Bart van Olphen.
[Credits: fotografie David Loftus]
4 personen
- 12 saffraandraadjes
- 1 glas witte wijn
- 2 el olijfolie
- 1 ui, fijngesnipperd
- ½ venkel, in dunne plakken
- 1 wortel, fijngesneden
- 2 tenen knoflook, gepeld, fijngehakt
- 1 el tomatenpuree
- 2 tomaten, grof gesneden
- 10 peterseliesteeltjes
- 1 laurierblad
- 2 sinaasappelschillen
- 800 ml visbouillon
- 400 g aardappelen, geschild, in grove stukken
- 1 rode poon (à 400 g), met graat en al in stukken
- 1 pieterman (à 300 g), gefileerd
- 1 bot, met graat en al in stukken
- 1 schol, met graat en al in stuken
- 300 g kokkels, schoongemaakt
- 300 g mosselen, schoongemaakt
- 1 stokbrood (optioneel)
