Voor 50 stuks.
1. Bekleed een ondiepe bakvorm van 20 x 30 cm met bakpapier.
2. Bestrooi de bodem met de helft van de pinda’s en zet apart.
3. Zet de suiker, room, golden syrup en boter in een grote sauspan op hoog vuur en roer met een metalen lepel tot de boter en suiker zijn gesmolten. Temper het vuur tot matig en verwarm al roerend 20−25 minuten of tot een suikerthermometer 122 °C aangeeft. Werk nu snel. Schenk de karamel in de vorm en strooi er voorzichtig de resterende 210 g pinda’s over. Laat 3−4 uur volledig afkoelen op kamertemperatuur. Zet 25−30 minuten in de koelkast of tot de karamel is opgestijfd.
4. Stort op een snijplank en snijd de plak met een groot scherp mes in stukjes*. Wikkel elke karamel in bruin vetvrij papier en draai de uiteinden dicht. Bewaar in de koelkast en laat voor gebruik op kamertemperatuur komen.
*Als de karamel te zacht wordt om te snijden, zet je hem nog 5 minuten in de koelkast.
Tip: De in papier verpakte karamels zijn 2 weken houdbaar in de koelkast.