6 Personen
• 650 g venkel, schoongemaakt, in dunne plakjes
• 300 g sjalotten, gepeld, in ringen
• ½ steranijs
• ½ tl venkelzaad
• 700 ml groentebouillon
• 100 g babyspinazie, gewassen
• 1 tl wittewijnazijn
Croutons
• 100 g zuurdesembrood, korst eraf
• 40 ml olijfolie
• 2 tenen knoflook, gepeld, geperst
• 2 takjes tijm
1 Breek voor de croutons het brood met je handen in blokjes. Verhit de olie en bak de blokjes brood met de knoflook en takjes tijm in 5 minuten goudbruin. Schep de croutons uit de pan, zet apart en gooi de achtergebleven knoflook en tijm weg.
2 Houd 50 gram van de venkelplakjes achter en doe de rest in een pan, samen met de sjalotringen en een flinke scheut olie. Voeg wat zout toe, leg het deksel op de pan en smoor dit alles 15–20 minuten op middelhoog vuur tot de venkel en sjalot heel zacht zijn — roer af en toe. Neem het deksel van de pan en laat alles 2 minuten iets karamelliseren, maar niet verbranden.
3 Stamp de specerijen fijn in een vijzel en verhit ze kort mee. Voeg dan de bouillon toe, breng aan de kook, roer de spinazie erdoor en neem de pan van het vuur.
4 Laat iets afkoelen en pureer de soep glad in een blender. Voeg de wittewijnazijn en een snuf zout naar smaak toe.
5 Schep de bewaarde venkel om in een dressing van wat azijn en olie. Verdeel de soep over 6 kommen en serveer met de venkel en krokante croutons.
PER PORTIE 190 kcal, 36,1 g vet (9,7 g verzadigd), 36,4 g eiwit, 13,1 g koolhydraten, 8,4 g suikers