Voor 4 personen
6 grote, regelmatige koningsoesterzwammen
100 g bloem of kikkererwtenmeel (voor een glutenvrije versie)
150-200 ml water
200 g paneermeel (eventueel de glutenvrije versie)
1 vel nori (zeewier), gesnipperd
plantaardige olie, om te frituren
snufje zout en peper
1 portie tartaarsaus (zie hieronder)
Tartaarsaus (voor 4-6 porties)
Tartaarsaus
Meng in een kom de mayonaise, peterselie, knoflook, sjalot, augurken, kappertjes en eventueel zout en peper tot een homogene, dikke saus. Bewaar de tartaarsaus maximaal een week in de koelkast.
Calamari van oesterzwam
1. Snijd de oesterzwammen in schijfjes van 1 cm dik.
2. Neem een kleine, ronde uitsteekvorm met een doorsnede van ca. 1-1½ cm. Leg de uitsteekvorm in het midden van een schijfje oesterzwam en steek het middengedeelte eruit. Wat overblijft moet een beetje op een platte donut lijken. Doe dit met alle schijfjes oesterzwam. Wat je overhoudt van de oesterzwammen kun je gebruiken voor een ander recept.
3. Klop in een kom de bloem en het water tot een glad mengsel, dat op pannenkoekenbeslag moet lijken. Voeg wat extra water toe, als het beslag te dik is. Strooi het paneermeel met de nori in een ondiep bord. Dompel niet meer dan vijf oesterzwamringetjes in het bloempapje, draai ze voorzichtig om met een vork zodat ze helemaal bedekt zijn.
4. Schep ze met een vork op uit het mengsel en laat ze in het paneermeel vallen. Draai ze weer voorzichtig om zodat ze aan elke kant bedekt zijn met het paneermeel. Herhaal dit met alle ringetjes.
5. Verwarm de olie in een diepe pan of in een friteuse. Check of de olie voldoende heet is door een houten lepel in de olie te dompelen. Als de lepel bruist, is de olie heet genoeg. Leg de calamari voorzichtig in de hete olie. Frituur in een pan niet meer dan vijf calamari tegelijk; in een friteuse kun je er meer frituren. Frituur ze ca. 4-5 min. of totdat ze goudbruin en krokant zijn.
6. Schep ze uit de olie en laat uitlekken op keukenpapier. Bestrooi met zout en peper en serveer met de tartaarsaus.