Voor 30-40 koekjes
1. Verwarm de oven voor op 160 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
2. Doe de boter, witte basterdsuiker, het ei, vanillemerg en zout in een kom en meng dit. Dit kan met je handen of met een handmixer met deeghaken. Voeg de bloem en baking soda toe en kneed alles tot een deeg.
3. Maak van het deeg bolletjes van zo’n 2 centimeter doorsnede en leg deze met voldoende tussenruimte op de bakplaat. Druk de bolletjes plat met de tanden van een vork, tot de koekjes ongeveer centimeter dik zijn. Als de vork aan het deeg blijft plakken kun je deze iets invetten met wat neutrale olie. Bak de vanillekoekjes in 16-21 minuten goudbruin. Laat ze na het bakken afkoelen op een rooster.
TIP Het vanillemerg geeft een heerlijke, intense smaak aan de koekjes. In plaats daarvan zou je ook 2 theelepels vanille-extract* kunnen gebruiken. Of breng de koekjes op smaak met de rasp van citroen.
*Gebruik bij voorkeur zelfgemaakt of gekocht vanille-extract of het merg uit een vanillestokje. Vanillearoma en vanillesuiker bevatten namelijk chemische smaakstoffen, daar is geen echte vanille aan te pas gekomen. Je kunt het wel gebruiken, maar het smaakt net anders.
Vanilleextract maak je zo:
1. Snijd 3 vanillestokjes in de lengte open en schraap het merg eruit.
2. Doe het merg samen met de opengesneden stokjes in een flesje met 150 milliliter wodka.
4. Schud de fles en zet deze koel en donker weg.
5. Schud de fles enkele keren per week en wacht minimaal 1 maand voor je het vanille-extract gaat gebruiken. Door de alcohol is het extract goed te bewaren.
Credits fotografie: Saskia Lelieveld