1. Verhit een scheut olijfolie in een soeppan op middelhoog vuur en bak de trassi, knoflook, de helft van de bosui en de gember in 3-4 minuten zacht. Voeg de rijst toe, bak kort mee en schenk dan de bouillon erbij.
2. Doe ondertussen de wakame in een kom met ½ liter heet water en laat 10 minuten wellen. Laat het wier dan 5 minuten uitlekken in een vergiet, snijd de wakame in stukken van 2 cm en laat afkoelen.
3. Verhit een laag zonnebloemolie tot 180 °C. Frituur de eieren in de olie tot de buitenkant een krokant, lichtbruin korstje heeft gekregen. Schep de eieren met een schuimspaan uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
4. Proef of de rijst gaar is en breng de soep verder op smaak met de vis- en sojasaus. Voeg bijna alle taugé, edamame, wakame en mosselen toe en warm ze kort mee.
5. Verdeel de rijstsoep over kommen en serveer elke portie met de rest van de taugé en bosui, de koriander en het gehalveerde gefrituurde ei.
Credits fotografie: David Loftus
Voor 2 personen.
- 1 tl trassi (garnalenpasta)
- 1 teen knoflook, fijngehakt
- 2 bosuien, diagonaal in ringen
- 1 cm gemberwortel, geschild, fijngehakt
- 200 g rijst
- 500 ml schaaldierenbouillon
- 6 g gedroogde wakame
- 2 eieren, gekookt, gepeld
- 2 el vissaus
- 2 el sojasaus, plus extra
- 50 g tauge
- 100 g edamame (gepelde sojaboontjes)
- 1 blik of pot mosselen (a 350 g), uitgelekt (210 g)
- ½ bosje koriander, alleen de blaadjes, grof gehakt
- olijfolie
