Voor 9 stuks.
Voor het deeg
Voor de dadel-gezoutenkaramelvulling
Voor de topping
1. Maak eerst het deeg. Meng de tarwebloem, het volkorenmeel en zout in een grote kom.
2. Meng in een andere kom de gist, suiker, olijfolie, het water en de drink en laat 1 minuut staan. Maak in het midden van de droge ingrediënten een kuiltje en schenk de natte ingrediënten er geleidelijk in. Meng alles met een houten lepel en kneed het deeg met je handen tot een nat deeg. Stort op een bebloemd werkblad. Kneed het deeg circa 5 minuten tot het glad en elastisch is. Leg het deeg terug in de kom, dek af met een vochtige theedoek en laat circa 1 uur rusten. Het deeg moet dan in volume zijn verdubbeld.
3. Maak intussen de karamelvulling. Maal alle ingrediënten in de keukenmachine of blender tot een glad en romig geheel – het duurt een paar minuten tot de dadels goed gemengd zijn. Houd 2 eetlepels van dit mengsel opzij voor de topping.
4. Vet een ronde taartvorm met een diameter van 23 centimeter in met kokosolie.
5. Spreid de pecannoten uit over de bodem van de ingevette vorm. Smelt in een pan op middelhoog vuur de kokosolie, drink, 50 milliliter van de ahornsiroop, het zout en de opzijgehouden 2 eetlepels van de vulling. Breng aan de kook en kook 1 minuut op middelhoog vuur. Schenk heel voorzichtig over de pecannoten in de vorm.
6. Leg het deeg op een bebloemd werkblad, kneed het en sla het terug. Rol het uit op een bebloemd werkblad tot een rechthoek van 35 x 25 centimeter en spreid de karamelvulling erover uit. Rol het deeg op vanaf de langste kant tot een rol en snijd die in negen even grote stukken.
7. Leg de buns op de pecannoten en karamel in de vorm en zorg dat ze gelijkmatig zijn verdeeld. Dek de vorm af met een theedoek en laat het deeg 40 minuten rijzen. Verwarm intussen de oven voor tot 160 °C.
8. Zet de buns 35-40 minuten in de oven. Haal ze eruit en laat ze 10 minuten afkoelen voordat je ze op een plank stort en met de extra ahornsiroop besprenkelt.