Voor 2-4 personen
1. Verhit 60 ml plantaardige olie in een braadpan met dikke bodem op matig vuur.
2. Roer de suiker erdoor wanneer de olie net begint te rimpelen. Blijf roeren en let goed op dat het mengsel niet verbrandt. Ga door met roeren tot de suiker na ongeveer 2 minuten mooi karamelbruin kleurt.
3. Doe de ribs erbij en bak ze 1-2 minuten per kant, tot ze net bruin kleuren. Haal ze uit de pan en zet ze weg.
4. Maak de pan goed schoon en droog hem goed. Doe de resterende olie erin en zet het vuur hoog. Roerbak de kaneel, laurierblaadjes, kruidnagels, steranijs en szechuanpeperkorrels ongeveer 1 minuut. De smaak moet vrijkomen, maar laat de specerijen niet verbranden.
5. Haal de laurierblaadjes voorzichtig uit de pan en doe de ribs erin; schep ze voorzichtig om. Voeg de lente-ui, gember, kookwijn en sojasaus toe. Roer goed en verhit alles 2-3 minuten. Voeg 480 ml water toe en breng dat aan de kook. Sluit de pan en zet het vuur laag.
6. Haal na 30 minuten het deksel van de pan en zet het vuur hoog.
7. Laat de saus inkoken (10-15 minuten voor een licht gebonden saus en 20-25 minuten voor een dikke saus) en serveer.