Voor 8 tot 10 personen.
Voor de vulling
1. Maak eerst het deeg. Voeg de bloem toe aan een grote mengkom en wrijf met je vingers de boter met de bloem tot fijne kruimels. Voeg het koude water toe en meng tot een stijf deeg. Vorm het deeg tot een bal, wikkel in plasticfolie en leg minimaal 30 minuten in de koelkast.
2. Schenk voor de vulling wat plantaardige olie in een grote koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de ui en de tijm toe en bak regelmatig roerend, tot de ui gekaramelliseerd en goudgeel is; laat de ui niet krokant worden of verbranden. Zet apart en laat afkoelen.
3. Neem een taart- of quichevorm van 24 cm. Leg een groot, vierkant stuk plasticfolie op je werkvlak. Bestuif royaal met bloem, leg het deeg erop, bestuif met bloem en dek losjes af met nog een stuk plasticfolie. Rol het deeg met een deegroller dun uit tot de lap iets groter is dan de taartvorm. Verwijder het bovenste stuk plasticfolie en leg het deeg voorzichtig in de taartvorm. Het geeft niet als het deeg breekt, want je kunt het later makkelijk repareren met deegrestjes. Duw het deeg voorzichtig in de ribbels van de vorm en laat iets overhangen. Rol nu de deegroller over de vorm om het overhangende deeg af te snijden. Gebruik de deegrestjes om eventuele scheuren of gaatjes te repareren. Dek af met plasticfolie en zet minimaal 20 minuten in de koelkast.
4. Verwarm de oven voor tot 200 °C. Roer de ricotta met de feta en het ei in een mengkom glad. Voeg de pul biber, het knoflookgranulaat, de olijven en de gekaramelliseerde uien toe en breng op smaak met een snufje zout en flink wat zwarte peper. Roer goed door elkaar.
5. Schenk de vulling in de vorm en garneer met een paar extra olijven. Bak 30 tot 35 minuten in de oven, tot de taart gaar en aan de bovenkant bruin is. Laat voor het serveren iets afkoelen.