10–12 personen
1 Verwarm de oven voor op 170 °C en bekleed de bodem en zijkanten van een vierkant bakblik (20 x 20 cm) met bakpapier.
2 Doe de dadels in een middelgrote kom samen met de melasse, raapzaadolie, yoghurt, eieren en gember. Roer dit alles door elkaar en laat de suiker dan al roerend in 10 minuten oplossen.
3 Doe het dadelmengsel in de keukenmachine en mix tot het bijna glad is (er mogen nog best wat kleine stukjes dadels in zitten) ‒ zet de machine een paar keer stil om het mengsel met een spatel van de wand te schrapen.
4 Voeg de gemalen amandelen, het bakpoeder en een snuf zeezout toe en mix er een glad beslag van. Schenk het in het beklede bakblik en schud er een paar keer voorzichtig mee, zodat het beslag zich gelijkmatig verdeelt.
5 Schil en halveer de peren, verwijder de klokhuizen en snijd elke helft in 6 even dikke plakjes. Verdeel ze over het cakebeslag en duw ze er lichtjes in ‒ zorg ervoor dat je ze nog wel ziet.
6 Bak de cake 40 minuten in de voorverwarmde oven ‒ draai het bakblik na 20 minuten 180 graden voor een mooi gelijkmatig resultaat. De melasse zorgt ervoor dat de cake vrij donker van kleur wordt, maar als je denkt dat-ie te snel bruin lijkt te worden, leg er dan een vel bakpapier op.
7 Verlaag de oventemperatuur naar 150 °C en bak de cake nog 10 minuten of tot de bovenkant stevig aanvoelt en een houten prikker die je in het midden steekt er schoon weer uitkomt. Laat zo’n 30 minuten afkoelen in het blik.
8 Roer een scheutje water door de abrikozenjam en bestrijk hiermee de peren vlak voor het serveren, zodat ze mooi gaan glimmen. Je kunt de cake 5 dagen in een luchtdichte trommel
in de koelkast bewaren.