Voor 4-5 personen
1. Doe alle blokjes panir in een kom. Bestrooi ze met de bloem, ¼ theelepel zout en wat zwarte peper en schep alles goed door elkaar.
2. Giet de olie in een wok, karhai of koekepan met antiaanbaklaag en zet hem op halfhoog vuur. Doe de panir in een enkele laag in de pan en bak de blokjes rondom bruin. Schep ze met een schuimspaan in een kom.
3. Doe de groene paprika in de achtergebleven olie in de pan en roerbak 1 minuut. Bestrooi hem heel licht met zout en schep de paprika met een schuimspaan bij de panir.
4. Laat de olie in de pan, verhit hem op halfhoog vuur en voeg het komijnzaad toe. Laat het 10 seconden sissen en voeg de ui toe. Smoor de ui 3-4 minuten tot hij glazig is. Doe er gember, knoflook en groene chilipeper bij. Roerbak 1 minuut en voeg koriander, gemalen komijn en chilipoeder toe. Roer 1 minuut. Doe de tomatenpassata, sojasaus, suiker, ¼ theelepel zout en 1,2 dl water in de pan. Breng alles al roerend tegen de kook.
5. Schep het mengsel van panir en paprika door de saus en laat het af en toe roerend goed warm worden. Bestrooi met koriander en dien het op.
Voeg als u het gerecht moet opwarmen 4-5 eetlepels water toe.