Voor 4 personen
MARINADE
VERDER NODIG
TIP Gebruik rundergehakt als dat je voorkeur heeft en sla de eerste stap van de bereiding over
1. Snijd met een scherp mes het vlees van het bot. Gooi het bot weg en maal het vlees in een vleesmolen. Je kunt het vlees ook met de hand fijnsnijden. Snijd het vlees dan eerst in dunne repen en snijd de repen vervolgens in de breedte doormidden. Beweeg de snede van het mes naar voren en naar achteren tot het rundvlees op een grove pasta lijkt. Leg het vlees in een mengkom en zet opzij.
2. Maak de marinade. Meng alle ingrediënten voor de marinade in een kom. Schenk de marinade over het gehakt en kneed met je handen tot het goed gemengd en kleverig is. Dek de kom af met plasticfolie, zet in de koelkast en marineer het vlees minimaal 2 uur, maar bij voorkeur een hele nacht.
3. Draai een volle eetlepel gehakt tot een gehaktbal ter grootte van een golfbal. Schep de bloem in een kom, haal de gehaktbal door de bloem en schud de overtollige bloem er af. Leg de gehaktbal op een bakplaat. Herhaal voorgaande stappen tot al het gehakt gebruikt is.
4. Verhit de olijfolie in een koekenpan op matig vuur. Werk met kleine hoeveelheden tegelijkertijd. Bak de gehaktballen 3 tot 4 minuten tot ze geheel gaar en aan de buitenkant licht geblakerd zijn. Rijg drie tot vier gehaktballen aan iedere bamboespies tot alle gehaktballen gespiesd zijn en leg de spiesen met de gehaktballen naast elkaar op een bakplaat.
5. Verwarm het grillelement van de oven tot matig. Schuif de bakplaat in de oven en rooster de gehaktballen 10 minuten. Keer ze halverwege om.
6. Meng ondertussen in een kleine kom de mayonaise met de knoflook en het augurkenvocht.
7. Haal de spiesen met gehaktballen uit de oven, leg ze op een serveerschaal en besprenkel ze met de mayonaise. Serveer de tteok galbi wanja meteen.