Voor 6 personen. 30 minuten voorbereiding, 30 minuten rusten, 20 minuten bereiding.
1. Verhit de boter en de melk in een pannetje tot de boter volledig gesmolten is.
2. Meng de tarwebloem en het zout in een kom en roer er dan de botermelk door. Kneed alles tot een glad deeg. Stort het deeg op een met bloem bestrooid werkvlak en kneed het nog een paar minuten. Rol een bal van het deeg, doe die weer in de kom en laat het deeg 30 minuten rusten.
3. Verdeel het deeg in twee gelijk delen en rol ze uit.
4. Bak een van de platbroden 2 minuten in een licht ingevette koekenpan op halfhoog vuur tot er blaasjes op komen. Keer het platbrood om en bak de andere kant ook 2 minuten. Druk de blaasjes plat met een spatel. Herhaal dit met het tweede platbrood en zet ze apart.
5. Verwarm de oven voor tot 190 °C.
6. Hak het basilicum en de rucola fijn. Pureer met de 50 ml olijfolie, pijnboompitten en parmezaan tot een gladde pesto. Strijk de pesto op de platbroden. Snijd de broccoli in roosjes, verkruimel de feta en hak de hazelnoten grof. Verdeel de roosjes, de feta en de noten over de pesto. Bestrooi het brood met wat zout en peper en sprenkel wat olijfolie over de broccoli.
7. Zet de broden 15 minuten in de oven. Snijd ze voor het serveren in stukken.