4 personen
• 4 bleekselderijharten
• 40 ml wittewijnazijn
• 1 tl dijonmosterd
• 80 ml raapzaadolie
• blaadjes van wat takjes van elk:dragon, kervel en bladpeterselie; fijngehakt
• 100 g roquefort
Een contrast waar je u tegen zegt, maar overheerlijk. Het is een simpel bijgerechtje dat jouw tafelgasten het water in de mond doet lopen. Probeer maar eens!
1. Snijd de onderkant van de selderijharten af. Schil de buitenste stengels, trek de draadjes eraf; houd de harten heel. Snijd de uiteinden bij, zodat de harten 12–15 cm lang zijn. Bewaar wat van de blaadjes.
2. Stoom de selderijharten 15 minuten of tot ze net gaar zijn; controleer dat door er een mespunt in te steken. Laat ze afkoelen op een bord of schaal en snijd ze dan in de lengte voorzichtig in kwarten.
3. Klop voor de vinaigrette de azijn en mosterd in een kom en klop er geleidelijk de raapzaadolie door. Breng op smaak met zout en peper.
4. Schep een beetje vinaigrette op een schaal en leg de helft van de kwarten selderij erop, naast elkaar. Schep er nog wat vinaigrette op (je houdt ongeveer de helft over, die je kunt bewaren in de koelkast), bestrooi met de helft van de kruiden en verkruimel er wat roquefort over. Herhaal dit met de rest van de ingrediënten en maak het gerecht af met wat gescheurde bleekselderijblaadjes en versgemalen zwarte peper.
Per portie: 306 kcal, 28,7 g vet (6,6 g verzadigd), 6,7 g eiwit, 3,4 g koolhydraten, 4 g suikers