1. Verwarm de oven voor op 170 ºC. Vet een broodblik van 25 x 12 cm in en bekleed het met bakpapier.
2. Klop de boter en suiker luchtig in een grote kom. Klop in een andere kom de eieren los met de rum. Meng het eimengsel geleidelijk door het boter-suikermengsel. Roer dan de bananen en karnemelk erdoor.
3. Zeef de bloem, het zuiveringszout en een snufje zout boven een kom en schep door het bananenmengsel met de chocolade en gehakte pecannoten.
4. Schenk het mengsel in het broodblik en bak het brood 1¼ uur, of tot het goudbruin is. Steek een houten prikker in het midden – als die er schoon weer uitkomt, is het brood klaar.
5. Maak ondertussen de pecankaramel. Bekleed een bakplaat met bakpapier en strooi de pecannoten erop. Verhit de suiker en vanillepasta in een kleine steelpan met dikke bodem op laag vuur. Laat de suiker zonder te roeren smelten en goudbruin worden. Schenk de karamel over de pecannoten en laat afkoelen.
6. Als het brood klaar is, laat je het een paar minuten afkoelen in het blik. Doe de inmiddels harde karamel in een plastic diepvrieszak en sla erop met een deegroller. Neem het brood uit het blik en zet het op een rooster. Bestrooi het nog warme brood met de stukjes karamel en de bananenchips.
Voor 12 personen
- 110 g zachte boter, plus extra voor het invetten
- 250 g lichte basterdsuiker
- 2 eieren
- 2 el gekruide rum
- 4 rijpe bananen, gepureerd
- 100 ml karnemelk
- 270 g bloem
- 1 tl zuiveringszout
- 100 g melkchocolade, grof gehakt
- 125 g pecannoten, gehakt
Pecankaramel
- 25 g pecannoten
- 100 g suiker
- ½ tl vanillepasta
- wat gedroogde plakjes banaan
