Een dag van te voren:
Vanillekoek
1. Koekjesdeeg maken: Klop de boter en suiker met de mixer met gardes zacht en romig. Zet de mixer hiervoor op de middelste stand. Voeg het ei toe en klop erdoor. Voeg nu het vanille-extract toe. Schraap tussendoor de wanden van de kom schoon, zodat alles goed mengt. Voeg de bloem en het zout toe, mix het geheel kort door en zet de mixer meteen uit als het deeg gemengd is. Als je te lang mengt dan verliezen je koeken tijdens het bakken hun knapperigheid. Haal het deeg uit de kom en kneed het kort met de hand door tot een bal. Vorm hier een platte plak deeg van, verpak in plasticfolie en leg de plak 30 minuten in de koelkast. Verwarm de oven voor op 180 °C.
2. Huisjes uitsnijden: Teken ondertussen met stift op ruitjespapier verschillende huisjes. Zorg dat de huisjes aan de onderkant altijd 5 centimeter breed zijn en maak ze tussen de 6 en 15 centimeter hoog. Geef de huisjes verschillende hoogtes, geef ze een puntdak, een trapgevel of een gebogen dak. Knip de huisjes uit. Bestuif je werkblad licht met bloem en rol het deeg rustig uit tot een plak van 3 tot 4 millimeter dik. Leg de uitgeknipte huisjes op het deeg, snijd de verschillende huisjes uit en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. In totaal heb je minimaal 30 huisjes nodig. Iets meer is altijd fi jn voor als er een huisje breekt tijdens het opbouwen. Steek met kleine vierkante, rechthoekige of ronde uitstekers de ramen en andere details eruit.
3. Bakken: Bak de koeken in het midden van de oven 15 tot 17 minuten. De koeken zijn goed als de randen goudbruin zijn en het midden lichtbruin van kleur is. De baktijd hangt natuurlijk af van de grootte van je koeken. Haal de bakplaat uit de oven en laat de koeken 10 minuten op de bakplaat liggen. Leg de koeken daarna op een rooster om verder af te koelen.
4. Royal icing maken: Roer het eiwitpoeder los met 42 gram water totdat alle klontjes opgelost zijn. Doe 150 gram poedersuiker en het aangemaakte eiwitpoeder in de kom van de staande tafelmixer en klop het in 10 tot 15 minuten met de garde. Zet de mixer hiervoor op de stand net onder het midden. Voeg de rest van de poedersuiker en het citroensap toe en klop nog 5 tot 10 minuten door. Spatel de royal icing door en bekijk de structuur. Voor het tekenen van lijntjes op bijvoorbeeld koek, wil je de structuur van softijs hebben. Daarmee wordt bedoeld dat je puntjes kunt maken in de kom royal icing, dat die puntjes misschien omvallen, maar dan toch nog zichtbaar blijven. Voor het opvullen tussen de lijntjes mag de structuur van de royal icing weer wat dunner zijn. Je krijgt dit door eetlepels water of citroensap toe te voegen. Doe er niet ineens heel veel water bij, dan wordt het te dun. Voeg steeds een beetje toe totdat je de gewenste dikte hebt.
3. Icing kleuren: Royal icing kun je wit laten of een kleurtje geven met kleurstof. Bewaar het in de koelkast en dek het af met plasticfolie dat je rechtstreeks op de royal icing legt om uitdrogen te voorkomen.
5. Koekhuisjes versieren: Doe de ronde spuitmond in een spuitzak en vul met royal icing. Versier de koekjes door extra details aan te brengen. Teken een deur of het dak, zet stipjes en streepjes of trek een lijntje langs de rand. Druk sprinkles in de royal icing en laat de icing drogen. Bewaar de koeken in een afgesloten trommel totdat je de taart gaat opbouwen.
Op de dag zelf
Megringuebotercrème
1. Eiwit verwarmen: Splits de eieren boven schaaltjes. Je gebruikt alleen de eiwitten. De eidooiers kun je gebruiken om de banketbakkersroom te maken van blz. 15. Meng de eiwitten en de kristalsuiker in een hittebestendige kom en verwarm al roerend au bain-marie totdat de suiker is opgelost. Je kunt dit controleren door het eiwit tussen duim en wijsvinger te wrijven. Voel je dat er nog suikerkorrels in zitten? Meng dan nog even door.
2. Opkloppen: Schep het eiwit over in de kom van de staande tafelmixer en klop het eiwit met de garde 10 minuten op, zodat het een mooi wit eiwitschuim wordt. Laat het afkoelen tot kamertemperatuur (dat is 20 °C tot 25 °C en dat kun je meten met een keukenthermometer). Zet de mixer hiervoor op de middelste stand. Voeg nu beetje bij beetje de boter toe terwijl de machine draait. Voeg het volgende stukje boter pas toe als het vorige helemaal gemengd is met de rest. Zo ga je door totdat alle boter erin zit. Voeg tot slot het vanilleextract toe. Verwissel de garde voor de platte menghaak en laat de mixer minimaal 10 minuten op de middelste stand draaien zodat de crème luchtig en zacht wordt.
Koekhuisjes
1. Vet de bakvormen in met boter. Knip twee cirkels met diameter 20 en 15 centimeter uit het bakpapier en leg op de bodem van de bakvormen. Vet het bakpapier licht in. Bestuif de bodem en de rand van de ingevette bakvorm met een beetje bloem en schud de rest van de bloem eruit.
2. Verwarm de oven voor op 175 °C.
3. Klop in een kom de boter en basterdsuiker met de mixer met gardes tot het romig en wit is. Voeg één voor één de eieren toe. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige ei helemaal gemengd is met de rest. Voeg nu het vanille-extract toe. Schraap tussendoor de wanden van de kom schoon met een spatel, zodat alles goed mengt. Meng in een andere kom de bloem, de maïzena, het bakpoeder en het zout en zeef dit twee keer. Voeg de helft toe aan het beslag en klop rustig door. Voeg de melk toe en klop door. Schraap de wanden van de kom weer een keer schoon. Voeg de rest van de bloem toe en klop in een minuut tot een glanzend en goed gemengd beslag. Voeg de bakvaste jimmies toe en spatel door.
4. Vul de bakvormen voor twee derde deel met beslag en strijk de bovenkanten glad. Zet de bakvormen op het rooster in het midden van de oven en bak in 50 tot 55 minuten gaar. Je kunt testen of het gaar is door er een prikker in te steken. Als die er droog uit komt, is je cake gaar. Haal de bakvormen uit de oven, laat de cakes 15 minuten afkoelen in de vorm en keer dan om op een rooster om verder af te koelen.
5. Maak het basisrecept voor de meringuebotercrème van blz. 17. Snijd beide cakes overlangs doormidden. Besmeer met een knikspatel de ene helft van iedere cake met de botercrème. Was de aardbeien, verwijder de kroontjes en snijd de aardbeien in plakjes. Verdeel de plakjes aardbei over de botercrème. Leg de bovenste laag van de cake op de laag vulling met aardbei. Je hebt nu een gevulde taart van 20 centimeter en eentje van 15 centimeter doorsnede. Besmeer de zijkanten en de bovenkanten van de taarten dun met botercrème en strijk glad. Zet de grootste taart op het bord waarop je de taart wil presenteren. Smeer een beetje botercrème in het midden boven op de taart en zet de tweede taart er bovenop. Doe de overgebleven botercrème in een spuitzak.
6. Plak de koekhuisjes rond de taart. Spuit een toefje botercrème op de achterkant van een koekhuisje en druk het voorzichtig tegen de taart aan. Begin bij de onderste laag van de taart en werk naar boven. Wissel af in vorm en grootte. Voor de onderste laag heb je tussen de 13 en 15 koekhuisjes nodig, voor de bovenste laag 10 tot 12 koekhuisjes. Spuit tot slot een toef botercrème boven op de taart en druk daar nog 3 tot 4 koekhuisjes in. Als je het leuk vindt, kun je bovenop een waxinelichtje zetten. Eentje met een vlammetje of met kunstlicht.
TIP:
- In de koelkast is de taart 3 dagen houdbaar, maar de koeken worden wel zacht. Dus het is beter om het maar zo snel mogelijk op te eten.
- Zijn er geen aardbeien dan kun je ook blauwe bessen of frambozen gebruiken voor de vulling.
BAKWEETJE
Weet je hoe royal icing aan zijn naam komt? Toen koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk in 1840 trouwde, droeg ze een witte bruidsjurk. Dat was voor die tijd heel bijzonder. De taart moest natuurlijk dezelfde koninklijke uitstraling hebben en werd dus versierd met wit glazuur. Dat was een teken van rijkdom, want suiker was heel kostbaar in die tijd. Vanaf dat huwelijk heeft witte icing de naam royal icing. Welke koninklijke versiering ga jij ermee maken?
Credtis fotografie: Mitchell van Voorbergen
